Wanneer ik lessen observeer, valt het me vaak op hoe hard docenten werken. Niet alleen om de leerstof over te brengen,
maar ook om de klas ‘rustig’ te houden. Waarschijnlijk doen docenten extra hun best om de klas stil te houden wanneer ze
geobserveerd worden. Dat geldt voor mij ook: wanneer ik een rumoerig moment heb in mijn les en er komt net iemand langs
lopen, dan voel ik me haast betrapt. Onzin natuurlijk, iedereen weet dat je wel eens onrustige momenten in je les hebt
en dat dat helemaal geen probleem is. Toch willen we graag laten zien dat we de boel onder controle hebben.
Gek genoeg kan het helpen om je klas af en toe even te laten gaan. Niet zomaar en ongelimiteerd natuurlijk, maar volgens
een getrainde routine kan dat best.
Timer en afspraken
Van groot belang is een timer. Als leerlingen weten hoe lang ze ergens voor hebben (het pakken van spullen of het gaan
zitten in groepjes) dan kun je als docent even achterover leunen. Aan de voorkant moeten dan natuurlijk wel een aantal
dingen duidelijk zijn:
– Hoeveel tijd hebben leerlingen?
– Wat moeten ze in die tijd doen? (bijvoorbeeld spullen pakken en in een groepje gaan zitten)
– Wat mag tijdens die minuten niet? (schreeuwen, rennen, aan elkaar zitten, spullen pakken die je niet nodig hebt)
– Wat is de consequentie als het de klas lukt?
– Wat is de consequentie voor een klas of individu als het niet lukt?
– Wat je verwacht op het moment dat de timer gaat? (leerlingen zijn stil)
Bemoei je er niet mee
Vervolgens moet je als docent durven om je gedurende die minuten even niet met de klas te bemoeien. Je vraagt leerlingen
niet om sneller te werken. Je zegt ze niet dat ze hun boek nog moeten pakken. Je vraagt ze ook niet om stil te zijn. Je
laat ze even.
Als het duidelijk is wat er gebeurt op het moment dat de taak wel of niet lukt, zullen leerlingen serieus met je
opdracht aan de slag gaan. En hou vol! Soms lijkt het tien seconden voor het eind net alsof het niet goed komt, maar bij
pubers kan het soms snel gaan 😉.
Het enige wat je wél moet doen als docent is consequent zijn. Je móet de regels doorvoeren, zowel de beloning als
eventuele negatieve consequenties. De eerste keer dat je dit doet, kun je aangeven dat je oefent. Lukt het de klas dan
niet, dan doe je het direct weer. Dit keer voer je de regels door.
Houd je niet van straf en streng zijn? Toch moet je het juist in die eerste week wel inzetten. Je zult merken dat je het
dan gedurende de rest van het jaar vaak niet nodig hebt, omdat leerlingen op tijd stil zullen zijn 😊.
Bij start maar ook bij activiteiten
Dit ‘loslaten’ kun je niet alleen uitproberen tijdens de start van de les, maar ook tijdens activiteiten.
Wanneer ik een lesactiviteit heb waarbij leerlingen door het lokaal mogen lopen om elkaar te spreken met een gerichte
taak, bijvoorbeeld bij ‘find someone who’, dan zijn er weer die duidelijke regels. Aan de start weten leerlingen:
– hoe lang ze de tijd hebben
– wat niet mag (met meerdere leerlingen tegelijk spreken, schreeuwen, rennen, aan elkaar zitten)
– wat de consequenties en beloningen zijn
Tijdens zo’n activiteit ontstaat er best wat lawaai in het lokaal. Dat is onvermijdelijk als 30 leerlingen met elkaar
praten. Laat het gebeuren, probeer zo min mogelijk in te grijpen. Vertrouw erop dat wanneer de timer gaat jij de
controle weer hebt.
Duidelijkheid
Als je deze technieken wilt oefenen dan is duidelijkheid het meest belangrijke. Vertel heel precies welk gedrag je wel
en niet wilt zien. Doe het zelfs even voor. Denk niet dat leerlingen alles direct begrijpen. Misschien moet je even
voordoen wat jij onder schreeuwen verstaat, dat kan bij leerlingen namelijk best iets heel anders zijn 😉.